We wonen straks hemelsbreed slechts een kilometer verderop, maar het is een verschil van dag en nacht. Het verschil tussen wonen in een stad en wonen in een dorp.
Drents praoten
De taal alleen al is anders. Ik hoor mensen gezellig Drents praten. En dat geeft mij direct een thuisgevoel. Mijn ouders spraken thuis altijd netjes Nederlands, maar een switch naar het dialect was snel gemaakt als bijvoorbeeld de buurman even langskwam. Het valt me eigenlijk nu pas op dat de meeste mensen die ik ken uit de stad, geen dialect spreken.
Noaberschap
We wonen er nog niet eens en we kennen al een groot deel van de buurt. Contact maken verloopt vele malen makkelijker dan wanneer je in de stad komt wonen. De buren zijn belangrijk als je buiten de stad woont. Noaberschap noemen ze dat hier. Deze vorm van burenhulp was vooral vroeger erg belangrijk, omdat de bewoners van dorpen en afgelegen boerderijen niet altijd konden rekenen op de openbare voorzieningen.
Gelukkig bestaat het nog steeds en we rollen er ook helemaal vanzelf in. Buurman één helpt met zijn heftruck betonplaten weg te halen, buurman twee heeft wel een aanhangwagen en buurman drie pompt met de waterpomp achter zijn grote tractor even de kelder leeg. Geld hiervoor vragen? Nee, dat doet niemand. ‘Doar drink’n we wel een borrel op’, is het antwoord.