• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar

elkedaggroener

inspiratie voor een duurzame leefstijl

  • Home
  • Duurzame inspiratie
    • Hergebruik
    • Ons eten
    • Energie
    • Minder spullen
    • Verzorging
  • Blog
    • Zelf doen
    • Zelf maken
    • Zelf beleven
    • Zelf bouwen
    • Zelf planten
    • Lezen, zien en kopen
  • Shop
    • Kaarsen
    • Houten producten
    • Tuinieren
    • Duurzaamheid
    • DIY
  • Over mij
    • Samenwerking
    • Voor bedrijven
  • Contact

Zelf planten

TuinTuin

Alternatieven voor tegels in de tuin

21 februari 2023 door Ageda Leave a Comment

hartje in de heg

Veel mensen denken dat tegels in de tuin een stuk makkelijker is om bij te houden en daardoor veel meer voordelen heeft dan een tuin vol bloemen en planten. Maar dat is vaak niet het geval. In deze blog leg ik je uit wat de voordelen zijn van planten in een tuin in plaats van tegels. 

Beter voor het klimaat

Met een groene tuin ga je de opwarming van de aarde tegen. Hoezo? In de periodes van extreme warmte bieden bomen en planten schaduw. In tegenstelling tot tegels in de tuin: deze houden warmte juist vast. In periodes van veel regen zorgt een groene tuin er bovendien voor dat het water weg kan zakken. Bij een tegeltuin stroomt regenwater juist richting de straat en via regenputten naar het riool. Bij een heftige regenbui zorgt dit voor grote plassen op straat en overbelasting van de rioolwaterzuivering. Met een groene tuin voorkom je overstromingen in de straat tijdens heftige regenbuien.

Natuurinclusief bouwen

Een groene tuin is een goed voorbeeld van natuurinclusief bouwen. Natuurinclusief bouwen is een vorm van duurzaam bouwen waarbij de biodiversiteit wordt behouden. Denk bijvoorbeeld aan een groen sedumdak, een groene gevel, speciale dakpannen voor broedende vogels, maar ook planten in de tuin. Natuurinclusief geeft ruimte aan de natuur, dieren en de planten. Je woning is immers een onderdeel van de omgeving en die omgeving is niet alleen voor beton, asfalt en stenen, maar ook voor de flora en fauna. Wil je meer weten over natuurinclusief bouwen, neem dan zeker even een kijkje op de site van Unitura.

Geen tegels in de tuin is aantrekkelijk voor dieren

Door het hebben van een groene tuin behoud je de biodiversiteit. Planten en bomen zijn aantrekkelijk voor dieren. Vogels en insecten zullen vaker een bezoekje brengen aan je groene tuin. Vogels zoeken er beschutting en een plekje om een nest te bouwen, bijen halen nectarine uit je planten. Je lokt er ook vlinders mee die in jouw groene, beschutte tuin hun eitjes komen leggen. Je kunt ook een nestkast in je tuin plaatsen, waar vogels kunnen broeden. De basis van een diervriendelijke tuin is een groene tuin.

Gezondheid staat voorop

Een groene tuin is behalve goed voor de natuur en het klimaat, ook heel goed voor jezelf. Contact met natuur zorgt voor meer geluk en minder stress, omdat je meer rust ervaart bij het zien van een groene omgeving. Tegels in de tuin hebben dan misschien minder onderhoud nodig (verkijk je daar overigens ook niet op, want onkruid groeit overal, ook tussen tegels), een groene tuin levert een positieve bijdrage aan het klimaat, de dieren en natuurlijk jezelf.

(deze blog is gesponsord)

Lees ook:

Een kleine moestuin aanleggen kan overal

Filed Under: Zelf planten Tagged With: biodiversiteit, natuurinclusief

Mijn favoriete wintergroente

3 februari 2022 door Ageda Leave a Comment

pompoen kool

Wanneer je op de groenteafdeling van de supermarkt rondloopt, kan je niet zien of het zomer of winter is. Sperziebonen, mais, bloemkool, sla, broccoli, rode biet, alle is het hele jaar rond te koop. Maar juist in deze tijd heb ik zin in wintergroente. En dat is ook niet zo gek. Groente van het seizoen zijn smaakvoller, goedkoper en uiteraard, beter voor het milieu. Je hebt geen verwarmde kassen of extra hulpstoffen nodig om de groente te laten groeien. Veel groentes hebben een enigszins bittere smaak. Perfect voor een combinatie met zoetig.

De lekkerste wintergroente

Boerenkool. De bekendste wintergroente is misschien wel boerenkool. Vooral lekker als de nachtvorst erover is geweest, dan wordt de kool minder bitter.
Er is meer dan stamppot boerenkool, hoewel ik dat zelf wel heel erg lekker vind. Rauw is boerenkool ook lekker, als het ‘groenbestand’ van een salade. Omdat boerenkool nogal hard kan zijn, snijd je het het beste in hele dunne reepjes.

Knolselderij. Erwtensoep eten we het liefst in de winter. Gemaakt met knolselderij. Je zou het misschien niet zeggen, maar knolselderij is een vitamine C-bommetje die je niet alleen hoeft te bewaren voor in de snert. Hij is namelijk best aromatisch en enigszins zoet. Het is een goede vervanger van de aardappel. En rauw uiteraard ook superlekker, door er hele dunne reepjes (jullienne) van te snijden en deze te mengen met walnoten en appel en een lekkere dressing.

Spruiten. De een gruwelt ervan, de ander vindt ze verrukkelijk. Ik behoor tot die laatste groep. Spruitjes heb ik ook standaard in de tuin staan, omdat ze zo makkelijk groeien en je de hele winter kunt oogsten. Dat mensen ze niet lekker vinden, ligt enerzijds aan het feit dat ze voor kinderen te bitter smaken (en ze het daarna nooit weer proberen) en anderzijds aan de geur die vrijkomt bij het koken, de onaangename spruitjeslucht. Heb je wel eens spruitjes met satesaus geprobeerd? Hoe korter je ze kookt, des te smakelijker ze zijn. Je kunt ze ook rauw eten, snijd ze daarvoor heel fijn of rasp ze. Goed kauwen, dat bevordert de spijsvertering.

Kolen. Naast spruiten zijn er nog andere winterkolen, zoals rode, witte, savooie en groene kool. Lekker om te stoven met of zonder vlees. Rode kool met appeltjes is wel het meest bekend en ook superlekker. Net als alle andere kolen is rode kool rijk aan vitamine en mineralen. En dit krijg je het beste binnen als je de kolen zo kort mogelijk kookt, of liever nog rauw eet. Probeer eens Coleslaw met appel, walnoot en peen. Snijd de kool ook hier in ragfijne stukjes.

Radijs. De eerste groente die je kunt zaaien en snel erna kunt oogsten is de radijs. Scherp van smaak, soms een beetje te. Dat geldt vooral voor radijsjes uit eigen tuin. Die uit de supermarkt zijn milder van smaak. Gezond zijn ze uiteraard, ze zijn een rijke bron aan magnesium en calcium. Radijsjes zijn lekker om zo te eten, maar ook warm doen ze het goed, bijvoorbeeld als soep of gegrild. Wist je dat je er ook radijschips van kunt maken?

Rammenas. Als ik vroeger aan mijn vader vroeg wat we gingen eten, zei hij standaard ‘Rammenas met TamTam’. Lang dacht ik dat rammenas helemaal niet bestond, mijn vader kan namelijk alleen water koken. Maar het bestaat wel degelijk! En het is nog lekker ook. Rammenas is te koop als knol of in de vorm van een peen. Maar in de supermarkt zal je ‘m niet snel aantreffen. Rammenas behoort tot de vergeten groente. In het Engels wordt hij black Radish genoemd en dat geeft al aan dat het familie van de radijs is, alleen dan een stuk groter. Rauw of geroosterd, de rammenas is zeker de moeite waard. En de tamtam? Ik zal het mijn vader toch nog weer eens vragen.

Witlof. Als kind was witlof geen favoriet. En dat zie ik bij dochterlief ook. En dat is vanwege de bitterheid van de groente. Maar juist dat maakt ‘m oergezond. Mijn favoriet is in de salade met mandarijn, tomaat, appel, paprika… eigenlijk met alle fruit en rauwe groente die ik heb liggen. O ja, en dan het zuurtje van een augurk. Bij mijn eerste vriendje thuis kreeg ik witlof uit de oven met ham en kaas. Ik durfde geen nee te zeggen, en wonderbaarlijk genoeg vond ik het best lekker. Nu behoort witlof tot mijn favorieten.

Filed Under: Een categorie, Zelf planten Tagged With: groente

Dromen van een eetbare tuin

8 december 2021 door Ageda Leave a Comment

Droom jij van een eetbare tuin, maar denk je dat jouw tuin daarvoor te klein is? Madelon Oostwoud bewijst met haar boek ‘Een kleine eetbare tuin met vaste planten’ het tegenovergestelde. Of je nu een grote of kleine tuin hebt, of alleen een balkon, je kunt zelf een (groot) deel van je eigen voedsel verbouwen. Het is een inspirerend boek vol tips over ontwerpen, oogsten, en, heel fijn, een uitgebreide lijst met smakelijke meerjarige planten.

Wellicht denk je bij een eetbare tuin aan een moestuin waarvoor je eerst een heel plan moet schrijven. Over zaaien, combineren, verspenen, wel of niet spitten, composteren enz. Maar het boek van Madelon bewijst juist dat je het hele jaar rond prima uit je tuin kunt eten met enkel vaste planten. En dat betekent: een keer planten, jaar in jaar uit eten. Het is veel minder werk dan het hebben van een moestuin, want vaste planten vergen minder onderhoud en planning.

Hoewel ik zelf moestuinieren erg leuk vindt, staat een tuin met vaste eetbare planten mij zeker ook aan. Gelukkig heb ik de ruimte voor allebei.

Ontwerp je eigen eetbare tuin(tje)

Madelon geeft in haar boek veel tips over tuinontwerpen: kijk naar de ligging van je tuin, de stand van de zon en de mogelijkheid tot water. Haar verhaal heeft veel raakvlakken met permacultuur. Want al haar voorbeelden gaan over samenwerken met de natuur. Het mooie aan het boek is dat het voor iedereen geschikt is. Of je nu een grote tuin hebt, of enkel een balkon. Ze geeft voorbeelden voor een ontwerp voor een stadstuin zonder zon, voor een ommuurde tuin, een dakterras en ze tovert een klein balkon van 6 m2 om tot boerenerf. Dus ook voor stadsmensen is het een uitstekend tuinboek.

Boordevol tips

Het zijn vooral de vele kleine en simpele tips die maken dat het boek leest als een trein. Zo geeft ze bijvoorbeeld uitleg over de maat van een bloempot: hoe groot moeten potten zijn voor een kruidentuin? En welke maat moet een pot minimaal hebben voor een kleine boom? En daarmee zegt ze: vaste eetbare planten hoeven niet per se in de volle grond, ze kunnen evengoed in een pot gekweekt worden voor op je balkon.

Tip van Madelon: Wanneer je een boom(pje) in een pot hebt staan, verdraai de plantenbak dan niet ten opzichte van de zon, want dan kunnen takken onnatuurlijke kronkels krijgen. Noteer noord, oost, zuid en west op de rand van de bak, zodat je de bak altijd in dezelfde richting terug kunt zetten.

Eetbare tuinplanten-lijst

In het boek ‘Een kleine eetbare tuin met vaste planten’ is een hoofdstuk over paddenstoelen, over het weren van plaagdieren door het lokken van nuttige dieren, over oogsten en bewaren, composteren, snoeien, en over zaaien, stekken, scheuren en afleggen.

Waar ik heel blij mee ben is de bijlage: de eetbare tuinplanten-lijst. Met meer dan 200 soorten vaste (meerjarige) planten, wilde planten en paddenstoelen. Allemaal met foto. Er staat vermeld welk deel eetbaar is, hoe ze smaken en wat je er mee kunt maken. En wat schetst mijn verbazing als ik de lijst doorneem: er staan al heel veel vaste planten in mijn tuin die gewoon eetbaar zijn. Wist ik veel!

Tip van Madelon: Last van wespen? Lok ze niet met limonadesiroop, maar schrik ze af met de geur van citroen, sinaasappel, koffieprut of kruidnagel. Snijd sinaasappel en citroen doormidden zodat de geur goed vrijkomt en leg dit bij je op tafel.

Wie is Madelon Oostwoud

Madelon is stylist, ontwerper en dol op tuinieren. Ze tuiniert al meer dan 20 jaar op een binnenstadstuintje van 30 m2, met vaste groente, een fruitboom en veel kruiden. Ze heeft dus een schat aan kennis. Naast ‘Een kleine eetbare tuin’ schreef ze ook ‘Voedselbos: inspiratie voor ontwerp en beheer’ en ‘Voedselbosrand: boslandbouw, eetbare bomen en planten in rijen en randen’.

Lees verder:

Mijn top 5: moestuinboeken

Filed Under: Zelf planten Tagged With: recensie, tuinieren

Een kleine moestuin aanleggen kan overal

21 november 2021 door Ageda Leave a Comment

kleine courgetteplantjes

Wat is er lekkerder dan eten uit eigen tuin? Zelfs in november oogst ik nog volop andijvie, spruiten, boerenkool en bietjes. Vaak hoor ik mensen zeggen: ‘Ik kan dat niet, want ik heb niet zo’n grote tuin als jij’. Maar dat hoeft ook helemaal niet. Het maakt niet uit of je een grote of een kleine tuin hebt. Of misschien helemaal geen tuin. Een kleine moestuin aanleggen kan overal.

Ik ben gezegend met een tuin van 5000 m2. Daar past makkelijk een moestuin in. Een flinke moestuin ook. Ik geniet van het dagelijkse werk in de tuin, maar tegelijkertijd vergt het ook een aardige dosis discipline om ervoor te zorgen dat de tuin geen oerwoud wordt.

Of je tuin nu groot of klein is, of misschien heb je helemaal geen tuin, groente verbouwen kan iedereen. En ja echt, overal.

Je eigen moestuin achter het huis

Het is handig als je achter je huis een plekje hebt voor een moestuin. Lekker dichtbij, zodat je er dagelijks doorheen kunt. Om te oogsten, te wieden of slakken te verjagen. Een moestuin in je achtertuin hoeft helemaal niet groot te zijn, met 10 m2 kan je al serieus planten en uiteraard oogsten. Het hangt er ook maar vanaf wat je wil verbouwen. Voor aardappels heb je wel wat ruimte nodig, maar wortels, bonen, bieten, sla en andijvie kan allemaal bij elkaar in de tuin. Zelfs door elkaar.

Je eigen moestuin in een kleine tuin

Heb je maar een kleine tuin, dan zijn er ook volop mogelijkheden. Ga bijvoorbeeld de hoogte in. Voor verticaal tuinieren heb je amper ruimte nodig. Of gebruik kweekzakken die je op je terras kunt plaatst. Lekker overzichtelijk. Een kweektafel is ook handig in de hoek van de tuin met genoeg licht. Ook handig als je niet meer zo makkelijk bukt. Heb je kinderen thuis, dan is een vierkante meter bak ook een leuk idee voor een moestuintje. Wie weet geeft het je koters wat groene vingers mee.

Je eigen moestuin op het balkon

Wat voor een kleine tuin geldt, kan vaak ook voor een balkon. Maar wat hier helemaal ideaal is, is een kweektafel. Zoals deze van Vertisign. Ook nog eens gemaakt van ecologisch verantwoord materiaal. Het neemt weinig ruimte in en alles is op hoogte. Kweek hier vooral groentes in die je zelf lekker vindt. En een tip: zaai niet alles in een keer. Door verspreid in het seizoen te zaaien, kun je ook langer oogsten.

Je eigen moestuin op de vensterbank

Heb je alleen een huis met een piepklein balkon waar alleen de was kan hangen? Dan wordt het lastig om in je eigen voedsel te voorzien, maar niet onmogelijk. Binnen zaaien kan natuurlijk. Op je vensterbank kan je best een tomatenplant laten opkomen. Maar hou er wel rekening mee dat hij groot wordt. Andere groentes die je kunt proberen zijn spinazie (niet te veel in de zon), pluksla waar je van kunt blijven plukken omdat hij vanzelf weer aangroeit of lente-ui, die niet zoveel plek eist. Verse kruiden is een andere oplossing en wat dacht je van champignons op koffiedik?

Je eigen moestuin in de volkstuin

Een ander alternatief voor iedereen met weinig ruimte, is een volkstuintje in de buurt. Die heb je in allerlei soorten en maten. Complexen met tuinhuisjes die ook dienst doen als buitenverblijf, tuinen waar je een groentebed kan huren, of waar je gezamenlijk werkt en de opbrengst deelt. Kijk eens bij jou in de buurt.

Zo zie je, een kleine moestuin aanleggen kan iedereen.

Deze blog is gesponsord. Ik werk alleen met gesponsorde blogs wanneer het product waarover ik schrijf, daadwerkelijk duurzaam is en het bedrijf dit kan verantwoorden.

Lees ook:

Leestip: Permacultuurprincipes in de natuurlijke moestuin

 

Filed Under: Zelf planten

De kracht van sedum

16 november 2021 door Ageda Leave a Comment

Nog steeds bloeit Hemelsleutel in mijn tuin. Hemelsleutel behoort tot de sedum familie, oftewel vetkruid. Het zijn planten die weinig onderhoud nodig hebben en een prima bodembedekker zijn. Een plantje dat meer nut heeft dan alleen sierwaarde. De kracht van sedum is dat hij geneeskrachtig is, sommige zijn lekker en het is de perfecte plant voor groene daken. Daarnaast dragen ze goed bij aan een gebalanceerde biodiversiteit. De bijen zijn er dol op.

Sedum wordt ook wel vetkruid genoemd. Hemelsleutel is er een van, en heeft wel meer dan 400 soortgenoten. Het is een plantje dat het eigenlijk altijd wel doet. Zowel in je vensterbank, als buiten. Ze zijn groot en klein. En allemaal even prachtig om te zien.

De kracht van sedum

Toen Leah Groeneweg van In het Wilde Weg een keer bij mij op bezoek was, liet ze zien hoe makkelijk je van sedum een wondcompres maakt. Voorzichtig haalde ze het buitenste vliesje van een blaadje. Het binnenste legde ze vervolgens op een wondje op mijn hand. Ook bij zonnebrand werkt het verkoelend en helend. Kneus de bladeren en wrijf je handen er mee in als je last hebt van winterhanden of ruwe handen.
Wist je dat je sedum ook kunt eten? Let er wel op dat de smaken per soort verschillen en dat ze niet allemaal even lekker zijn. Hemelsleutel daarentegen is knapperig en fris en doet het goed in een salade.

Sedum en de bijtjes

Iedereen heeft ruimte voor sedum in zijn tuin. Het is namelijk een geweldige bodembedekker. De plantjes bloeien tussen juni en oktober. Je trekt er dus het hele seizoen bijen en andere insecten mee aan. Verschillende sedums zijn daarnaast waardplant voor de (kleine) apollovlinder.

Onderhoud sedum

Sedum is een super makkelijke plant. Hij kan tegen water en droogte. Bij langdurige droogte slaat sedum water op in haar bladeren. Sedum woekert niet. Wel groeit de ene soort wat harder dan de andere. Het vetkruid vormt een rozet die jaarlijks iets groter wordt als hij op de juiste plek staat. In het voorjaar knip je de dode bloemstengels af als je dat wilt. Maar dat hoeft niet. En wordt hij je echt te groot, dan knip je ‘m makkelijk bij. Als sedum een sterke buurplant heeft, dan kan het wel zo zijn dat hij elk jaar wat kleiner wordt, en uiteindelijk verdwijnt als de buurtplant groter wordt.

Sedum op het dak

Omdat sedum amper onderhoud nodig heeft en niet woekert, is het een perfecte dakbedekker. Groene daken dragen bij aan de vergroening van de stad. Daarnaast heeft een sedumdak ook voordelen voor je huis zelf. In de zomer houdt het je huis lekker koel, dat kan soms wel 4 graden schelen. In de winter isoleert het en houdt het de warmte meer binnen, wat te merken is aan je energierekening. Tijdens hevige regenbuien is een groen dak in staat om het water op te vangen en de afvoer naar het riool geleidelijk te laten verlopen, zodat het riool wordt ontlast. Daarnaast beschermen sedumdaken tegen UV-straling, waardoor je dak veel langer meegaat.

Subsidie voor groene daken

Wist je trouwens dat je subsidie kunt krijgen voor een groen dak? Veel gemeentes en waterschappen bieden subsidie aan die kan oplopen tot € 40,- per m². Let wel: dit bedrag verschilt per gemeente. Dat maakt de aanschaf van een groen dak dus nóg aantrekkelijker. Ga altijd bij jouw gemeente na wat de precieze voorwaarden zijn.

Sedum op het dak of sedum als bodembedekker in je tuin. Het maakt niet uit waar je voor kiest. De bijen en de vlinders zijn er hoe dan ook blij mee.

Deze blog is gesponsord. Ik werk alleen met gesponsorde blogs wanneer het product waarover ik schrijf, daadwerkelijk duurzaam is en het bedrijf dit kan verantwoorden.

Lees ook:

Wat te doen met: Kaasjeskruid (Malva)

Filed Under: Zelf planten Tagged With: sedum, tuinieren

9 Diervriendelijke tips tegen slakken

17 augustus 2021 door Ageda Leave a Comment

Tuinieren is superleuk, maar soms ook keihard. Wie ecologisch tuiniert heeft te maken met moeder natuur. En zij geeft ons soms meer dan ons lief is. Naast een enorme hoeveelheid water deze zomer, ook een invasie van naaktslakken. En die beestjes zijn in staat om op zeer korte termijn je hele oogst te verorberen. Op Instagram vroeg ik naar de beste tips om slakken te weren. Dus hier 9 diervriendelijke tips tegen slakken.

9 Diervriendelijke tips tegen slakken

  1. Ga ’s morgens vroeg of ’s avonds laat de tuin in en verzamel de slakken. Laat ze ver van huis weer los, of voer ze aan de kippen/vogels.
  2. Zorg voor geurende planten in je tuin. Slakken kunnen goed ruiken en vinden daarom precies je lekkere moestuinplantjes. Dus verwar die slakken. Omring je moestuinplantjes met sterk ruikende (sier)planten. Mijn tuin stond dit jaar vol met goudsbloem en kamille. Ook geraniums doken her en der op. Lavendel, munt, salie, tijm en Oost-Indischekers geuren ook sterk. Heb je die op dit moment niet? Strooi dan knoflookpoeder rond de planten of maak een aftreksel van knoflook en spuit dat over je kwetsbare plantjes.
  3. Iets met scherpe randjes, zoals eierschalen, stro of hulstbladeren zorgen voor de nodige obstakels in je tuin, waar slakken liever met een boog omheen ‘schuiven’. Vooral die hulstblaadjes schijnen ze superirritant te vinden.
  4. Laat kippen rondlopen in je tuin. Dit helpt vooral in het voorjaar, want kippen kunnen ook aardige schade aanrichten in je tuin. Ze knabbelen aan blaadjes en nemen het liefst een stofbadje precies tussen je prille aanplant. Laat ze dus vooral in het voorjaar lekker door je tuin scharrelen. Ze vinden met gemak de lekkerste slakkeneitjes. Dat vermindert toch aanzienlijk de slakkenpopulatie in het hoogseizoen. Tegen de naaktslakkeninvasie van afgelopen weken konden echter ook mijn kippen niet eten.
  5. We hebben het over diervriendelijke tips tegen slakken. Slakken verdrinken in bier hoort hier niet bij. Maar met bier kun je ze wel goed lokken. Neem een bakje met een deksel en maak aan de bovenkant gaten waar een slak doorheen kan. Graaf het bakje in je tuin in en vul het met een laagje De slakken schijnen dol te zijn op de geur van bier. Doe er net zoveel in dat ze niet verdrinken. Eenmaal in het bakje kunnen ze er niet meer uit. De volgende dag kun je ze dus makkelijk verwijderen.
  6. Iets vriendelijker dan: leg plakjes komkommer her en der in de tuin. Hier houden de slakken wel van. ’s Avonds zitten ze aan het grote avondmaal en kan je ze makkelijk vangen. Dit kan ook met een courgetteblad. Laat ze elders, ver van je tuin (en die van de buren) weer los.
  7. Plaats grote bakken (zoals frietsausemmers) om je plantjes. Slakken klimmen niet makkelijk. Maar blijf het in de gaten houden: bij mijn moeder was een groepje actieve klimmers aan de gang.
  8. Trek egels aan in je tuin. Egels zijn dol op slakken. Zorg voor een wild stukje tuin waar de egelvoedsel en rust kan vinden en leg nestmateriaal in de buurt.
  9. Plaats offerplanten. Zet bijvoorbeeld slaplanten tussen de boontjes. De sla wordt opgepeuzeld, de boontjes laten ze met rust.

 

Lees ook:

Bloemen zaaien voor de bijen

Maak je eigen tuindecoratie door te recyclen

Filed Under: Zelf planten Tagged With: moestuin, slakken, tuinieren

Duurzaam grasmaaien doe je zo

19 april 2021 door Ageda Leave a Comment

met een handmaaier duurzaam grasmaaien

De zomer komt er aan en dat betekent dat er weer gemaaid gaat worden. Op de eerste de beste mooie dag in mei, net als je even lekker koffie wilt drinken in de tuin, begint de eerste buurman te zijn gras te maaien. Gevolgd door vele anderen. Met een beetje pech is het de hele dag gedaan met de rust.

Grasmaaiers zijn een dingetje in Nederland. Net als bladblazers overigens. Allebei herrieschoppers. We willen allemaal een strak gazon en weinig rommel in de tuin. Naast dat grasmaaiers en bladblazers zorgen voor geluidsoverlast, zijn de meesten ook nog eens zeer milieu onvriendelijk. Gelukkig komen er steeds meer duurzamere varianten. En stille. Ik zet even wat tips op een rijtje voor duurzaam grasmaaien.

Maai regelmatig

In Nederland houden we van een strak gazon, en daarom wordt er ook vaak gemaaid. Het is gedurende de zomermaanden overigens ook slim om regelmatig te maaien. Het stimuleert de groei van je gras en zorgt ervoor dat het gras van goede kwaliteit blijft. Regelmatig maaien betekent vanaf april, zodra de tuin weer helemaal uit haar winterslaap ontwaakt is, één keer per anderhalve week, en zodra de temperaturen omhoog gaan, één keer per week. Vanaf september bouw je de frequentie langzaam weer af.

Super duurzaam grasmaaien doe je met de handmaaier

Heb je een kleine postzegel tuin, kies dan voor een handmaaier. Geen benzine en dus geen uitstoot. En het geluid is acceptabel. Bijna zen zou ik zeggen. Onze vorige buurman had een handmaaier en ik vond het best een prettig geluid. ‘Jan maait het gras ook weer’, zeiden manlief en ik dan tegen elkaar, om vervolgens lekker in de tuin te blijven zitten en onze koffie te drinken. Want buurman Jan stoorde niet.

De elektrische grasmaaier

Met de hand maaien mag dan wel de meest duurzame optie zijn, het is niet voor iedereen weggelegd. Mijn buurman had een goede conditie en deed het fluitend. Maar het kost natuurlijk wel menskracht. Een grasmaaier die voor je uitloopt is voor de meesten van ons handiger. Dit is het moment dat je een duurzame keuze kunt maken: laat de benzinemaaier links liggen, want die veroorzaakt veel lawaai en stank. Een elektrische maaier is een duurzamere keuze. Zoals de Gardena grasmaaier. Wie regelmatig maait gebruikt met een elektrische maaier gemiddeld 19 kWh per jaar.

Maai niet te kort

Maai het gras niet te kort. Als het te kort is, heb je grote kans op mosvorming. Hou het op ongeveer 4 tot 5 centimeter. Hebben we last van een langdurige droge periode, wat steeds vaker voorkomt, hou het gras dan nog iets langer, tussen de 5 en 7 cm. Anders bestaat de kans dat het gras verbrandt. Dat is ook de reden dat je de maaimachine bij hoge temperaturen, boven de 25 graden, beter kan laten staan.

Laat het gemaaide gras liggen

En moet je het gemaaide gras nu afvoeren of laten liggen? Het beste is om het gras te laten liggen, zolang het niet in grote brokken (vaak nat) op een hoop ligt. Maai je regelmatig en bij droog weer, dan hoef je het niet af te voeren. Het gemaaide gras dient weer als voeding voor je grasmat. Zodoende is het ook niet nodig om het gras extra te bemesten. Het gras laten liggen scheelt dus in geld en inspanning.

Laat het over aan de robot

Wil je er helemaal geen omkijken naar hebben en heb je een grasveld zonder obstakels, dan is een robot een optie. Een robot is zo goed als geluidloos en houdt het gras zo kort als jij wil. Lekker voor een drukker zaterdag, waarin de boodschappen gehaald moeten worden, de was gedaan en er uitgebreid gekookt moet worden. De robot zorgt ervoor dat zijn taakje aan het eind van de dag afgerond is. Dat is rustig en duurzaam grasmaaien.

De bladblazer

Zelf heb ik een grote hekel aan bladblazers. De mannen van de gemeente lopen altijd rond met zo’n enorm ding op de rug. Zelf dragen ze gehoorbeschermers, anders is het lawaai niet te doen. Op dat moment in de tuin rustig een kopje koffie drinken, is er dan niet bij. Want het geluid overstijgt alles.

Bladeren als mulchmateriaal

Maar het is een feit dat aan het eind van het seizoen, de bladeren van de bomen vallen. En dan? Moet je ze laten liggen of weghalen? Dat hangt er vanaf waar ze terecht komen. Liggen ze in je borders of in de moestuin? Laat ze dan lekker liggen. Het is prima mulchmateriaal en de bladeren zorgen ervoor dat de grond in het najaar langer warm blijft en onkruid minder kans krijgt. Daarnaast beschermt het je tuin voor ruig najaarsweer. Je grond spoelt niet weg en het bodemleven kan zijn wintervoorraad beginnen aan te leggen.

Haal bladeren van het gazon

Bladeren op je gazon is echter vervelender. Aan het begin van het najaar kun je ze nog wel mee maaien. Dan worden ze door je maaimachine versnipperd en dienen net als het gemaaide gras als voeding. Maar er zijn van die momenten dat de bomen in twee dagen kaal zijn. Dan ligt er teveel blad in de tuin. Laat het liggen in je borders en moestuin, maar haal het wel van je gazon, want het kan je gazon verstikken.

Stille bladblazers met een accu

Heb je een klein gazonoppervlak, dan verwijder je het blad makkelijk met een hark. Is deze inspanning je te groot, dan kan een bladblazer een optie zijn. Maar niet zo een als de mannen van de gemeente gebruiken met de nodige herrie en uitlaatgassen. Kies voor een elektrische bladblazer. Een elektrische bladblazer is zo goed als stil, en ook nog eens veel lichter in gebruik. Je hebt overigens ook bladzuigers. Daarmee zuig je de bladeren op en kan je ze vervolgens weer ‘loslaten’ in een border of moestuin. Of in de compostbak. Zo behouden de bladeren in je tuin hun nuttige functie.

Afbeelding van Ulrike Mai via Pixabay

Filed Under: Zelf planten Tagged With: tuinieren

In de winter: braam en framboos planten

22 februari 2021 door Ageda Leave a Comment

framboos aan de planten

Een eetbare tuin staat bovenaan mijn lijst. Het is natuurlijk onderdeel van zelfvoorzienend leven. Toen we ons huis kochten, stond er enkel een druif en een heel oude appelboom. Die laatste stond grandioos in de weg en sneuvelde al binnen een maand. Erg lekkere appeltjes waren het overigens niet. De druif heeft me tot nu toe nog niet teleurgesteld en elk jaar geniet ik van heerlijke druivensap. De afgelopen jaren heb ik ook verschillende frambozen, bramen en bessenstruiken gepland. Je hoeft niet lang te wachten tot ze vruchten geven. Dus ga aan de slag en zorg dat je nog deze maand een braam en framboos plant.

Framboos planten

We kennen de zomer en de herfstframboos. En zoals de namen het zeggen: de een geeft vruchten in de zomer, de ander in de herfst. Hou je van frambozen, plant dan beide soorten. Dan kun je van juli tot en met oktober genieten van een lekkere oogst.

Zowel de zomer- als de herfst framboos plant je in de winter, van november tot maart. Zet ze op een zonnige of halfschaduw plek in de tuin. Zorg voor een goede luchtige bodem. Dat doe je door een bodemverbeteraar door je grond te mengen. Dit stimuleert de groei. Plant de frambozen op minimaal 30 cm van elkaar.

Zodra de frambozenstruiken beginnen te groeien hebben ze een steun nodig. Zorg voor een klimrek waar je ze aan vast kunt maken.

Behalve het tijdstip van de oogst is er nog een belangrijk verschil tussen herfst- en zomerframbozen. Zomerframbozen groeien op scheuten van het jaar ervoor en herfstframbozen op scheuten die uitgelopen zijn in het voorjaar. Bij de snoei van zomerframbozen laat je daarom de jonge scheuten staan voor het volgend jaar en snoei je enkel de takken die framboos gedragen hebben weg. Bij herfstframbozen zullen de jonge scheuten vruchten dragen in het najaar op de top van de takken.

Tip: plant ook gele frambozen. Deze schijnen minder aantrekkelijk te zijn voor de vogels, omdat zij deze associëren met onrijpe besjes. Dan blijft er dus meer voor jou over.

Braam planten

Bramen plant je net als framboos in de winter. Zoek een beschutte, zonnige of licht beschaduwde plek. Meng de grond met een bodemverbeteraar om de bramenstruik een goede start te geven. Zorg ervoor dat bij het planten de wortels worden verspreid en aangedrukt.

Ook bij bramen is het verstandig om ze te leiden. Ze groeien hard, soms wel 5 meter per seizoen en voor je het weet liggen de takken over de grond. Maak een mooi klimrek waar ze zich aan vast kunnen houden. Dit kan simpel door twee palen in de grond op een afstand van zo’n 3 meter te slaan. Daartussen span je (ijzer) draad. De eerste draad op een halve meter hoogte, en daarna steeds om de 30 cm. Tot uiteindelijk een hoogte van zo’n 1,80. Bind de jonge takken in een waaiervorm aan de draden. Dus eerst omhoog en dan zijwaarts.

Bij bramen komen de vruchten aan de takken die in het jaar ervoor zijn gevormd. Dat betekent dat je alle takken waar vorig jaar bramen aan groeide, in de wintermaanden kunt wegsnoeien. En doe dat ook, want bramen hebben, dankzij hun sterke groeikracht de neiging om te woekeren. Op deze manier houd je ze in toom en zorg je steeds weer voor een grote opbrengst.

Wist je overigens  dat je van het blad van braam en framboos planten heerlijke thee kunt maken?

Afbeelding van Ieva Karklina via Pixabay

Filed Under: Zelf planten Tagged With: fruit, tuinieren

Appelboom snoeien in januari

12 januari 2021 door Ageda 3 Comments

Mijn tuin is in diepe rust. Alles ligt er verlaten bij. Hier en daar doet een groentesoort nog zijn best om een kleine oogst te produceren, zoals de boerenkool en de spruitjes. Net genoeg voor een gezin van drie. Alle struiken en bomen hebben hun blad verloren. Het is rusttijd, voor de tuin en voor de tuinierster. Op een klus na: ik moet appelboom snoeien.

Hoewel, niet helemaal natuurlijk. Er is een aantal klussen dat moet gebeuren in januari. En een daarvan is het snoeien van de fruitbomen. Het liefst ga ik de appelboom snoeien in januari. Ik kan dit klusje nog wel uitstellen tot februari, maar dan komen de andere werkzaamheden al langzaam op gang. En dan kan ik het snoeien maar beter achter de rug hebben.

Waarom moeten we snoeien?

Maar eerst: waarom moeten we snoeien. Moeten hoeven we natuurlijk niks. Snoeien doen we om de productie van bloemen en/of vruchten te verhogen. En de  grootte en kwaliteit hiervan te verbeteren. Maar ook snoei je om een bepaalde vorm te krijgen en de grootte binnen bepaalde grenzen te houden. Maar misschien nog wel de belangrijkste: om de boom gezond en krachtig te houden. Want als hij niet gezond en sterk is, kan hij zijn taak niet goed verrichten.

Niet alle fruitbomen en -struiken worden in dezelfde periode gesnoeid. Dus voordat je nu voortvarend aan de slag gaat, wacht even tot je het volgende weet

Wanneer snoei je wat:

  • Een peren- en appelboom snoei je in de winter.
  • Druif snoei je in de winter.
  • Een pruimenboom hoeft niet per se gesnoeid te worden. Maar is het nodig, doe het dan in het vroege voorjaar of na de laatste oogst.
  • Rode en aalbessen snoei je in het vroege voorjaar
  • Vlierbes snoei je in de maand maart.
  • Hazelaar snoei je terug eind februari
  • De kruisbes snoei je in februari-maart

Waar moet je op letten?

Aangezien we nu hartje winter zitten, beperk ik me nu tot het snoeien van de appel en perenboom. Welke maand er precies gesnoeid moet worden, maakt niet heel veel uit. Zolang het maar in de winter is en je rekening houdt met twee factoren:

  1. Snoei niet tijdens een strenge vorstperiode.
  2. Snoei altijd met droog weer. Een boom die net is gesnoeid is namelijk vatbaar voor schimmels en infecties die juist in natte periodes hard kunnen toeslaan.

Zomaar zonder enige kennis beginnen met het snoeien van een fruitboom is niet aan te raden. Je kan een boom of struik meer schade aanbrengen dan de bedoeling is. Dat kan ervoor zorgen dat je een jaar lang juist helemaal geen bloemen of vruchten krijgt. Lees je daarom goed in over hoe je moet snoeien. En weet dat niet elke boom hetzelfde is: het snoeien van een appelboom is anders dan het snoeien van een kers, een druif of een bramenstruik.

Terug naar de appelboom. Het snoeien van een appelboom komt overigens wel overeen met het snoeien van een perenboom. In onze tuin staan 5 appelbomen en 1 perenboom. En alle 6 bomen kunnen een snoeibeurt gebruiken.

Snoeien voor beginners

Op een plaatje ziet het snoeiproces er simpel uit. Maar als je eenmaal bij je fruitboom staat, dan is het vaak moeilijk om de eerste knip te zetten. Waar begin je. Wat mag er af, en wat niet?

  1. Bekijk de boom eens goed. Zoek 3 of 4 gesteltakken. Dit zijn dikkere takken die de basis van je boom vormen. Deze stevige takken staan mooi in balans rond de boom. Vanuit deze takken kijk je verder.
  2. De rest van de takken aan de hoofdstam snoei je weg. Knip ze zo dicht mogelijk tegen de hoofdtak (de tak/stam waar de gesteltakken ook uit komen) af.
  3. Snoei de waterloten. Dat zijn takken die recht omhoog groeien. Ze zijn het afgelopen jaar hard gegroeid. Je herkent ze ook aan de kleur: ze zien er jonger uit, en zijn rood-bruin van kleur. Snoei deze takken helemaal terug. Hierdoor zorg je ervoor dat er vanaf de top van de boom meer licht wordt doorgelaten. En licht is essentieel voor de groei. Enkele waterloten mag je laten staan. Want daar komen in het voorjaar bloemknoppen aan. .
  4. Snoei ook dode takken weg, evenals takken die elkaar kruisen en die naar binnen groeien.
  5. Tot slot: groeien er takken onder aan de stam? Snoei deze ook helemaal weg. Hier zal nooit fruit aankomen, maar ze maken wel gebruik van de energie van de boom. Handiger is om gedurende het jaar deze takjes als ze nog heel klein zijn, met je duim te verwijderen door even over de stam te wrijven.

Nu ben je er nog niet, maar de basis is er. Hoe nu verder hangt helemaal af van je boom. Lees dit mooie verhaal in Trouw om te begrijpen hoe fruitbomen ‘werken’. Beter nog is om een snoeicursus te volgen. Bijvoorbeeld bij Velt.

Moestuinklussen in januari

De maand januari is verder uitstekend geschikt voor het opstellen van een moestuin en het bestellen of verzamelen van planten en zaden. Gereedschap kan worden schoongemaakt en je kunt alvast bakjes gaan verzamelen om in te zaaien. Kortom: binnenkort wordt je tuin langzaam wakker. Zorg ervoor dat jij er dan klaar voor bent.

Meer weten over moestuinieren? Lees hier mijn top 5 moestuinboeken.

 

Filed Under: Zelf planten Tagged With: moestuin

Je tuin in winterslaap

17 november 2020 door Ageda Leave a Comment

Nu de winter in aantocht is (op papier in ieder geval), mag de tuin én deze tuinvrouw uitrusten. De dieren doen dat ook. Zij zoeken een plekje waar ze heerlijk kunnen overwinteren, al dan niet met hun zelf bij elkaar gesprokkelde voorraad voedsel. De een gaat in winterslaap, de ander blijft actief. Zorg ervoor dat jouw tuin kan dienen als B&B voor egels, kikkers, lieveheersbeestjes, vleermuizen en eekhoorns en al die andere dieren.

Egels zoeken al in de herfst een plekje om te overwinteren. In oktober en november gaan ze in winterslaap. Voor die tijd eten ze hun buikje rond, want wakker worden doen ze pas weer in maart-april. Tot die tijd moeten ze op hun vetreserves teren. Hun nestje maken ze graag onder een hoop takken en bladeren of onder in de composthoop. Voor teveel nattigheid en extreem lage temperaturen zijn ze gevoelig. Wees dus voorzichtig als je je tuin opruimt. Ze kunnen hun bedje al opgemaakt hebben. In maart-april worden ze weer wakker.

Eekhoorns zijn eigenlijk de hele winter nog een beetje actief. In ieder geval zullen ze regelmatig opstaan om een hapje te eten. Dat menu hebben ze al op verschillende plekken in de tuin klaargelegd, zodat ze in de donkere dagen niet meer hoeven te zoeken. Eekhoorns houden van een rommelige tuin, waar ze met bladeren en takken een nestje kunnen bouwen.

Vleermuizen hebben hun vaste winteradres. Vaak met velen tegelijk. Het liefst een vochtige maar vochtvrije plek. Dat kan in een schuur zijn, maar ook een holte in een boom volstaat. Of onder een brug of oude bunkers. Ze worden weer wakker als het warmer wordt, want dan is de kans op insecten, hun voornaamste voedselbron, het grootst.

Kikkers trekken zich terug op vochtige plekken: ergens onder stenen, planken of een hoop bladeren. Sommige kikkers gaan diep onder water, anderen zoeken het droge op. De kikkers houden van vochtige plekken. Ook om in te overwinteren. Graaf voor de kikker een kuil van een halve meter diep. Leg er bladeren, snoeihout en gemaaid gras in. Met daarbij nog een paar kleine keien.

Vogels overwinteren het liefst in struiken of een nestkastje. In winterslaap gaan ze niet. Zangvogels zullen zelfs ook in de winter blijven. Snoei dus niet alle bomen in je tuin in november of december. Is het een schuilplek voor vogels, snoei dan aan het eind van de winter.

plekjes voor winterslaap plekje voor winterslaap

Hommels en wilde bijen verblijven tijdens de winter graag in droge stengels en zaadknoppen. Laat uitgebloeide bloemen dan ook staan in de winter. Overigens sterven de meeste hommels in het najaar zodra er nachtvorst komt. De koningin overleeft het wel, want die heeft de kans gehad om het buikje goed rond te eten.

Lieveheersbeestjes houden meer van warme en droge plekken. Ze moeten niet teveel hebben van nattigheid. Spleten in de schors van bomen, in dood hout, groenblijvende heesters of een plekje in de schuur is ideaal voor ze. Maar ze houden ook van plantenafval. En dan met name holle stengels, bijvoorbeeld van de venkel of lupine.

Vlinders willen houden net als lieveheersbeestjes van warme en droge plekken. Te vochtig betekent vaak hun dood. Van hele natte winters houden vlinders dus niet. Een insectenhotel op het zuiden zullen ze waarderen. En anders kruipen ze weg in een holle boom of een beschut hoekje in de schuur en houden een soort van winterslaap. In het voorjaar komen ze weer tevoorschijn. Niet alle vlinders overwinteren overigens in Nederland. Enkele soorten zoeken warmere oorden op.

Creëer zelf lekkere overwinterplekjes na de voorbeelden van hierboven. De dieren zullen je dankbaar zijn en je in het voorjaar belonen met hun aanwezigheid, plagen bestrijden.

Heb je kippen? Lees dan hier hoe je ze goed de winter doorkrijgt.

Filed Under: Zelf planten Tagged With: tuinieren, winter

Bokashi: van keukenafval naar plantenvoeding

27 oktober 2020 door Ageda 1 Comment

afval voor in de bokashi emmer

Stel je voor: van al je keukenafval maak je je eigen plantenvoeding waar je kamer-, balkon en/of tuinplanten weelderig op groeien. En dat zonder dat het stinkt. Dat kan met de Bokashi-emmer. Ik leg je de voordelen van Bokashi uit.

Wie aan afvalscheiding doet, zal zeker ook zijn groente- en fruitafval scheiden. Maar hoe doe je dat nu op een hygiënische, niet-stinkende manier? Zelf heb ik een gft-bakje op het aanrecht staan. Heel schoon vind ik dat niet. Want al gooi ik ‘m elke dag leeg en spoel ik ‘m om, er blijven, vooral in de zomer, vliegjes omheen zwermen. Vliegjes die dol zijn onze klokhuizen, broodkorsten, uienschillen en etensresten.

Tijd voor een ander systeem. Steeds vaker hoor ik over Bokashi: een emmer waarin je kleingesneden groente- en fruitafval belandt en waar dit binnen twee weken wordt omgezet in vloeibare plantenvoeding.

Wat is Bokashi

Bokashi is een composteermethode uit Japan. Letterlijk betekent het ‘goed gefermenteerd organisch materiaal’. Want dat is wat er in een Bokashi-emmer gebeurt: al jouw organisch keukenafval wordt in korte tijd omgezet in voeding voor je planten binnen én buiten. Je geeft dus het organisch materiaal, de natuurlijke grondstoffen, terug aan de natuur.

Dit gebeurt door fermentatie. Een proces dat bijvoorbeeld ook gebruikt wordt bij het maken van zuurkool, bier, yoghurt en wijn. In het geval van Bokashi gaat het om het maken van een gezond hapje voor de bodem. Met behulp van bacteriën, schimmels en gisten wordt in een goed afgesloten emmer waar geen zuurstof bij kan, organisch materiaal omgezet tot plantenvoeding. Het is de meest efficiënte manier om je keukenafval om te zetten in iets anders nuttigs.

bokashi emmer

Bokashi maken, hoe doe je dat?

Wat heb je nodig om Bokashi te maken? Een belangrijk onderdeel is de emmer. De speciale Bokashi emmers sluiten volledig af en hebben een kraantje onderaan. Daarnaast is een starter nodig, een gecontroleerde samenstelling van micro-organismen. En tot slot: je keukenafval. Het proces begint door een laag starter in de emmer te doen. Deze starter bevat tarwezemelen waarop effectieve micro-organismen geënt zijn. Deze zorgen voor een goede fermentatie van het afval zodat er geen rotting optreedt en het niet gaat stinken.

Hierop doe je je fijngesneden keukenafval. Gooi er dus geen grote watermeloenschillen in, maar snij het in kleine stukken. Vervolgens gaat er weer een laag starter overheen. Dit proces herhaal je totdat de emmer vol zit. Dan laat je het 10 dagen rusten. Het fermentatieproces is nu in volle gang. Ondertussen ontstaat onder in de emmer een laagje vocht. Dit kun je aftappen en gemengd met water (verhouding 1:100, dus 1 dl vocht met 10 liter water) gebruiken als voeding voor al je planten.

Na 10 dagen kan je het resterende organisch materiaal uit de emmer rechtstreeks in de grond werken. Het is op dat moment nog niet vergaan, en je zult de kleine stukjes nog herkennen. Bovenop zal je een witte waas herkennen. Het ruikt licht zurig maar stinkt absoluut niet. Ziet het er donker uit en stinkt het? Dan is het fermentatieproces mislukt. Je hebt er dan te weinig starter aan toegevoegd.

Bokashi voor je (groente)tuin

Omdat de chemische samenstelling van het restant wel is veranderd, kun je het nu rechtstreeks in je grond werken. Graaf hiervoor een kleine geul op een lege plek in de tuin en verspreid het restant hier in. Gooi de geul weer dicht. De bodem doet nu de rest. Doordat het organisch materiaal al gefermenteerd is, zal het snel vergaan. Na 2 weken kun je in deze grond beginnen met planten.

Heb je een composthoop? Dan kan je het restant hier ook op te gooien. Het zal het composteringsproces versnellen. Heb je geen composthoop en geen tuin? Doe het dan in de gft-bak. Voordeel dat je dan hebt van de Bokashi-emmer is dat je middels het sap rijke voeding voor je planten hebt, of dat nu in je moestuin of bloementuin is, je balkon of kamerplanten.

Wat kan er in een Bokashi-emmer?

  • groente- en fruitresten (schillen, stronkjes, etc)
  • citrus- en bananenschillen
  • gekookt voedsel
  • gekookt (of rauwe) vlees of vis
  • kaas & yoghurt
  • eierschalen, kleine botjes en graten
  • brood (beperkt)
  • papieren theezakjes en koffiedik
  • bloemen- en plantenresten
  • as en asresten (mits zeer goed verdeeld)

Alles in kleine stukjes gesneden

Zo werkt Bokashi (klik op de poster voor groot formaat)

Wat zijn de nadelen van Bokashi

En hierin zit gelijk het enige nadeel van de Bokashi methode: al je keukenafval moet worden kleingesneden voordat het in de emmer gaat. Hoe kleiner, hoe beter het fermentatieproces werkt.

Bokashi vs compostbak

Maar composteren werkt toch ook? Thuis heb ik een compostbak in de tuin. Waarom zou ik dan ook een Bokashi-emmer aanschaffen? Er zit verschil tussen composteren en fermenteren. Composteren is rotten en werkt met zuurstof. Fermenteren werkt zonder zuurstof. Het verschil tussen een bokashi-emmer en een composthoop:

  • Tijd: Fermenteren in een bokashi-emmer gaat veel sneller. Binnen twee weken is je gft afval omgezet in plantenvoeding. Een composthoop duurt minstens een aantal maanden voordat het allemaal is gecomposteerd
  • Nut: Compost uit de compostbak gaat bij mij over de moestuin. Het vocht uit de Bokashi-emmer is vloeibaar en kan je ook makkelijk gebruiken voor je kamerplanten.
  • Vulling: Etensresten kunnen beter niet op de composthoop in verband met ongedierte. De Bokashi emmer heeft daar geen moeite mee.
  • Energie: Bij fermentatie gaat er geen energie verloren in het omzetten, omdat alles in een afgesloten ruimte gebeurt waar geen zuurstof aan te pas komt.

Een van de voordelen van Bokashi voor mijzelf is de afstand die ik moet afleggen naar de compostbak. De compostbak staat ver weg, ergens mooi weggewerkt achter in de tuin. Vooral in de donkere wintermaanden loop ik daar niet snel op mijn slippers heen. De Bokashi-emmer staat in de bijkeuken.

Bokahsi moet je niet zien als een vervanging van je composthoop. Ze werken juist goed naast elkaar. Een composthoop levert een hele hoop gezonde grond op. Vooral voor wie een grote tuin heeft, is dat zeer nuttig. Omdat het restant uit de Bokashi-emmer op de composthoop kan, vullen ze elkaar goed aan.

Voordelen van Bokashi

Bokashi is dus een mooie vorm van circulariteit en draagt bij aan een leven zonder afval. Want

  1. Je gooit je keukenafval niet weg
  2. Je maakt je eigen (verpakkingsloze) plantenvoeding

En een mooi bijeffect: het weert fruitvliegjes uit je keuken. Lekker hygiënisch dus!

Bokashi keukenemmer

 

Filed Under: Zelf planten Tagged With: Afval verminderen, circulaire, composteren, fermenteren, moestuin

Wat te doen met: Kaasjeskruid (Malva)

18 augustus 2020 door Ageda 2 Comments

paarse bloem van kaasjeskruid. Je kunt Kaasjeskruid eten

Wat een prachtige plant is dat, dacht ik toen Kaasjeskruid ging bloeien. Prachtige paarse bloemen sierden de tuin. En hij bleef maar bloeien. En groeien! Voor ik het wist had hij honderden zaadjes laten vallen, en kwamen overal nieuwe plantjes opzetten. Ho ho, dat was iets teveel van het goede. Gelukkig kan je Kaasjeskruid eten.

Inmiddels koester ik ze, en zorg ik ervoor dat Kaasjeskruid mijn tuin niet overneemt. Van de planten die blijven staan, oogst ik regelmatig de bloemen. Die staan leuk in een salade, en in de thee.

Kaasjeskruidthee

De mooie donkerpaarse bloemen kleuren thee prachtig blauw. Vooral daarom is het leuk om ze te oogsten. Want veel smaak hebben ze niet. Maar mix ze rustig met andere aromatische theesoorten. Pluk de bloemen het liefst in de ochtend bij droog en warm weer.

Kaasjeskruid eten als groente

Je kunt ook de bladeren van Kaasjeskruid eten. De bladeren oogst je het beste voor juli, als ze nog fris en groen zijn, en voordat de plant gaat bloeien. Vroeger werd het wel vaker gegeten en bereid als bladspinazie. Ook in een salade zijn doen ze het goed. De smaak is nootachtig.

Slijmstoffen

Zowel de bladeren als de bloemen bevatten slijmstoffen. Een kruidenthee getrokken van de bloemen werkt verzachtend voor de keel. Vooral als je last hebt van kriebelhoest. Het wordt daarom veel gebruikt in zelfgemaakte hoestdranken.

Lekker voor de huid (recept)

Net als Goudsbloem is Kaasjeskruid goed voor de huid. Je maakt er makkelijk een lekkere olie van die goed schijnt te helpen tegen eczeem. Doe een handvol bloemetjes in een potje en vul het met koudgeperste olijfolie of zonnebloemolie, totdat de bloemen onderstaan. Dek het potje af met een stukje katoen en een elastiekje en laat het een maand in de zon staan. Zeef en bewaar de olie in een donkere pot.

Verfstof

Minder bekend is dat Kaasjeskruid ook een verfplant is. Het kleurt niet alleen je theewater mooi blauw, je schijnt er ook textiel groen en blauw mee te kunnen verven.

Groot en klein Kaasjeskruid

Het meest bekend in de tuin is Groot Kaasjeskruid. Maar naast de grote bestaat ook Klein Kaasjeskruid. In mijn tuin is deze beduidend kleiner en heeft lichtere bloemen. De toepassing van Klein Kaasjeskruid is dezelfde als die van zijn grote broer.

Bewaren

Je kunt de hele zomer tot aan de herfst genieten van Kaasjeskruid. Gelukkig zijn de bloemen ook makkelijk te drogen, zodat je ook in de winter je thee nog kunt opvrolijken met die leuke paarse bloemetjes.

Lees ook:

  • Wat te doen met Komkommerkruid
  • De magie van Duizendblad
  • Goudsbloem in de moestuin
  • Wat te doen met Maggiplant

Afbeelding van Manfred Richter via Pixabay

 

Filed Under: Zelf planten Tagged With: moestuin, wilde planten

Next Page »

Primary Sidebar

Zoeken

Winkelmand

Weten hoe je biologisch én goedkoop kunt eten? Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief en ontvang de checklist gratis.

Producten

  • Handgemaakt van kaarsresten: Vlamkaars €7.95
  • 400 gram bijenwas Bijenwas €12.69
  • woordjes gemaakt van scrabble letters van hout Scrabble letters van hout €1.50
  • windlicht van kaarsresten Windlicht gemaakt van kaarsresten €15.50
  • zak 1 kg zeepvlokken van biologische afkomst Biologische zeepvlokken €10.90

Meest gelezen

Sorry. Nog geen gegevens beschikbaar.

TuinTuin
BoekenBoeken

Mijn blogs

Toen ik besloot bewuster te gaan leven, wist ik niet waar te beginnen. Maar al snel werd duidelijk dat elke stap die ik zette, goed was. Ik hoop dat mijn ervaringen jou kunnen inspireren.

Zelf doen          Zelf bouwen
Zelf planten     Lezen, zien en kopen
Zelf beleven     Zelf maken

  • Bloglovin
  • Facebook
  • LinkedIn
  • Home
  • Duurzame inspiratie
  • Blog
  • Shop
  • Over mij
  • Contact

© 2023 · elkedaggroener ·