Een eetbare tuin staat bovenaan mijn lijst. Het is natuurlijk onderdeel van zelfvoorzienend leven. Toen we ons huis kochten, stond er enkel een druif en een heel oude appelboom. Die laatste stond grandioos in de weg en sneuvelde al binnen een maand. Erg lekkere appeltjes waren het overigens niet. De druif heeft me tot nu toe nog niet teleurgesteld en elk jaar geniet ik van heerlijke druivensap. De afgelopen jaren heb ik ook verschillende frambozen, bramen en bessenstruiken gepland. Je hoeft niet lang te wachten tot ze vruchten geven. Dus ga aan de slag en zorg dat je nog deze maand een braam en framboos plant.
Framboos planten
We kennen de zomer en de herfstframboos. En zoals de namen het zeggen: de een geeft vruchten in de zomer, de ander in de herfst. Hou je van frambozen, plant dan beide soorten. Dan kun je van juli tot en met oktober genieten van een lekkere oogst.
Zowel de zomer- als de herfst framboos plant je in de winter, van november tot maart. Zet ze op een zonnige of halfschaduw plek in de tuin. Zorg voor een goede luchtige bodem. Dat doe je door een bodemverbeteraar door je grond te mengen. Dit stimuleert de groei. Plant de frambozen op minimaal 30 cm van elkaar.
Zodra de frambozenstruiken beginnen te groeien hebben ze een steun nodig. Zorg voor een klimrek waar je ze aan vast kunt maken.
Behalve het tijdstip van de oogst is er nog een belangrijk verschil tussen herfst- en zomerframbozen. Zomerframbozen groeien op scheuten van het jaar ervoor en herfstframbozen op scheuten die uitgelopen zijn in het voorjaar. Bij de snoei van zomerframbozen laat je daarom de jonge scheuten staan voor het volgend jaar en snoei je enkel de takken die framboos gedragen hebben weg. Bij herfstframbozen zullen de jonge scheuten vruchten dragen in het najaar op de top van de takken.
Tip: plant ook gele frambozen. Deze schijnen minder aantrekkelijk te zijn voor de vogels, omdat zij deze associëren met onrijpe besjes. Dan blijft er dus meer voor jou over.
Braam planten
Bramen plant je net als framboos in de winter. Zoek een beschutte, zonnige of licht beschaduwde plek. Meng de grond met een bodemverbeteraar om de bramenstruik een goede start te geven. Zorg ervoor dat bij het planten de wortels worden verspreid en aangedrukt.
Ook bij bramen is het verstandig om ze te leiden. Ze groeien hard, soms wel 5 meter per seizoen en voor je het weet liggen de takken over de grond. Maak een mooi klimrek waar ze zich aan vast kunnen houden. Dit kan simpel door twee palen in de grond op een afstand van zo’n 3 meter te slaan. Daartussen span je (ijzer) draad. De eerste draad op een halve meter hoogte, en daarna steeds om de 30 cm. Tot uiteindelijk een hoogte van zo’n 1,80. Bind de jonge takken in een waaiervorm aan de draden. Dus eerst omhoog en dan zijwaarts.
Bij bramen komen de vruchten aan de takken die in het jaar ervoor zijn gevormd. Dat betekent dat je alle takken waar vorig jaar bramen aan groeide, in de wintermaanden kunt wegsnoeien. En doe dat ook, want bramen hebben, dankzij hun sterke groeikracht de neiging om te woekeren. Op deze manier houd je ze in toom en zorg je steeds weer voor een grote opbrengst.
Wist je overigens dat je van het blad van braam en framboos planten heerlijke thee kunt maken?
Afbeelding van Ieva Karklina via Pixabay
Geef een reactie