Of ik invloed heb op dochterlief met mijn ‘duurzaamheids-gedoe’, weet ik niet. Meestal is er geen directe relatie tussen wat ik zeg en wat zij doet. Ze is negen, heeft een eigen wil en laat zich niet zomaar iets aanpraten. Net als de meeste kinderen. En net als de meeste kinderen is zo ook aardig ‘vergeetachtig’. Zo vergeet ze regelmatig dat ze haar speelgoed in de huiskamer eerst moet opruimen voordat ze buiten gaat spelen met ons buurmeisje. Opruimen is sowieso niet haar sterkste kant. Dacht ik.
Maar na gistermiddag moet ik die gedachte nodig herzien. Als ze aan het eind van de dag samen het buurmeisje thuiskomt, hebben ze allebei een volle, zware vuilniszak in handen. Wat er in zit? Troep. Plastic, papier, blikjes, van alles wat ze in het park aan de overkant hebben gevonden. Andermans troep. Ze hebben even opgeruimd, vertellen ze trots.
Dus dochterlief, laat je rommel in de huiskamer nog maar even liggen. Dat je vrijwillig troep uit de natuur opruimt, maakt mij veel gelukkiger.
Geef een reactie