Ik ga trouwen! Vriendlief ging netjes voor me door zijn knieën en keek me met zijn grote trouwe ogen aan. Of ik alsjeblieft….
Het kwam zo geheel onverwacht, dat ik even naar adem stond te happen. Het was onze laatste dag van onze vakantie in Suriname. ’s Avonds zaten we te borrelen met mijn vrienden, toen mijn (op dat moment nog niet) aanstaande man even het woord vroeg. Niet geheel ongewoon, hij is altijd zo galant om mensen te bedanken die goed voor ons hebben gezorgd. Een eigenschap die ik waarlijk ontbeer. Hij begon inderdaad met het bedanken, maar ik zag dat hij het steeds warmer kreeg. Op zich ook niet vreemd, want zelfs in de avond blijft de temperatuur in Suriname hangen op 28 graden. Toen hij echter ook nog naar woorden ging zoeken en mij wel heel diep aankeek, begon ook ik het warm te krijgen. ‘Hij zal toch niet…’ dacht ik nog. Maar voordat ik het wist, pakte hij mijn hand, keek me diep in de ogen en deed plechtig zijn aanzoek.
Het woordje ‘trouwen’ heeft nooit op mijn bucketlist gestaan. Ik zie mijzelf niet in een witte jurk (eigenlijk helemaal niet in een jurk, maar dat terzijde) elkaar plechtig van alles en nog wat beloven, vervolgens dansen op een te luide band en om 24.00 uur broodjes kaas uitdelen. Zo herinner ik mij tenminste de bruiloften van vroeger. Daarnaast, de manier waarop we samenleefden vond ik eigenlijk wel prima. We hadden vastgelegd wat vastgelegd moest worden en dat gaf mij al het gevoel van ‘tot in den eeuwigheid’.
“Had je dit niet eerst met mij kunnen overleggen?”, schoot het dan ook door mij heen toen hij mijn hand pakte. We nemen immers geen enkele beslissing zonder overleg. Maar er is natuurlijk weinig romantisch aan een aanzoek waarover we eerst flink hebben zetten discussiëren. Ik verdrong de gedachte en zei volmondig ‘ja’.
Zo zij het: we gaan trouwen. Maar ik zou ik niet zijn om me af te vragen of trouwen wel zo’n duurzame aangelegenheid is. Ik dacht gelijk aan ringen van goud uit onveilige, milieuvervuiling veroorzakende mijnen, een nieuwe glanzende witte jurk waar kinderhandjes hard aan hebben zitten werken voor amper een droog stuk brood en een bruidstaart vol suiker waarvan de helft in de vuilnisbak belandt. Dus ik stelde een voorwaarde aan onze grote dag: ik wil een duurzame bruiloft! Mijn aanstaande keek me even bedenkelijk aan, lachte me vervolgens toe en zei. ‘Zolang je maar met me wil trouwen, vind ik alles goed.’
En langzaamaan begin ik nu te wennen aan het idee dat we straks in het ‘echt’ zijn. Ik heb er zin in!
Net terug van een vakantie in Suriname, realiseer ik me maar weer eens al te goed dat duurzaamheid niet vanzelfsprekend is. Niet hier in Nederland, en nog minder in Suriname. Zeven jaar geleden was ik voor het laatst in het prachtige land, en daardoor liep ik toch wel weer een kleine duurzame schok op. Want waar ik de afgelopen jaren veel veranderingen heb gezien in Nederland, loopt Suriname wat duurzaamheid betreft hopeloos achter. Ik hoopte op huizen met zonnepanelen, aangezien de zon er elke dag genadeloos schijnt en er vaak stroomstoringen zijn. Maar ik telde er twee, geplaatst op de daken van een gemeenschapsruimte van een dorpje in de binnenlanden van Suriname. Overdag is er dus volop schone stroom. Om het dorp echter ook ’s avonds van stroom te voorzien, ronkte tijdens die uren nog steeds een diesel slurpende generator.
Het duurt niet lang mee en dan gaan we naar Suriname! Het land waar ik meer dan tien jaar heb gewoond en waar veel van mijn lieve vrienden zich bevinden. We hebben er enorm veel zin in. Maar… vliegen past eigenlijk niet in mijn duurzame straatje. Hoewel er geen alternatief is voor het vliegtuig, vind ik toch dat ik moet kijken hoe ik de reis, en ook ons verblijf, zo duurzaam mogelijk kan maken.