Ik krijg af en toe wel wat commentaar op mijn duurzame gewoontes. Twee weken geleden besloot ik mijn koffieconsumptie drastisch te verminderen, en na het lezen van het boek Voetprintcooking ga ik ook mijn kaasquotum aanpassen. Wat ga je dan nog wél eten, is de vraag. Ontzeg je je nu niet teveel? Nee, ik vind van niet.
Neem de koffie: van drie koppen per dag naar drie koppen per week. Ik drink alleen nog koffie die ik echt lekker vind. Waar ik van geniet én op de momenten dat ik er echt zin in heb. Niet meer uit gewoonte, en niet als ik weet dat het een of ander zwart prutje is uit een koffieautomaat, op smaak gebracht met een zakje ondefinieerbaar poedermelk.
Met kaas werkt het ook zo. Ik schrok toen ik las dat voor het maken van 1 kilo kaas zeker 10 liter melk nodig is. En ik maar denken dat mijn zuivelgebruik minimaal is (want ik drink geen koemelk). Reden genoeg voor mij om minder vaak kaas te eten en er alleen van te genieten als er echt lekkere kaas voor mijn neus staat. Want wat ik dagelijks om mijn brood heb, is vaak maar een slap aftreksel van die echte smaakvolle boerenkaas, die vaak net iets duurder is en daardoor niet op mijn boterham belandt. Dus eet ik nu hummus, tahin, pindakaas en andere lekkere spreads op mijn boterham (liefst zelfgemaakt). En kies ik kaas als ik ook zeker weet dat het die echte smaakvolle én biologische kaas is. Dan is het echt genieten.