Toen ik mijn eerste eigen woning kreeg, kwam er veel op me af. Ineens moest ik keuzes maken over meubels, kleuren, apparaten – alles. Maar één ding wist ik zeker: ik wilde duurzaam gaan wonen. Niet alleen voor het milieu, maar ook om op de lange termijn kosten te besparen. Hier deel ik hoe ik dat heb aangepakt. Geen geitenwollensokkenverhaal, gewoon praktische keuzes die voor mij werken – en misschien ook voor jou.
1. Eerst isoleren, dan pas investeren
Eerlijk is eerlijk: mijn huis was qua isolatie nogal een drama. De warmte vloog letterlijk naar buiten. Dus ben ik begonnen met de basics: dakisolatie, vloerisolatie en spouwmuurisolatie. Geen sexy investering, maar het verschil merk je meteen in je energierekening én je wooncomfort.
Daarna heb ik het enkelglas vervangen door HR++ glas. Ook plakte ik tochtstrips bij de voordeur en maajte kieren bij de ramen dicht. Kleine ingrepen, groot effect.
2. Groene energie: ja graag
Energie heb je sowieso nodig, maar ik wilde niet per se bijdragen aan fossiele brandstoffen. Daarom ben ik overgestapt op een leverancier van groene stroom. In je online zoektocht naar energie aanvragen kun je aangeven dat je groene energie wilt, en vergelijken welke leverancier dat aanbiedt.
Een tip: als je net bent verhuisd, zorg dan dat je op tijd je energie regelt. Zelf kwam ik daar iets te laat achter, en ik moest last-minute via spoed energie aanvragen alsnog iets fixen. Gelukkig was dat snel geregeld, maar het kan stress schelen als je het eerder doet.
Het installeren van zonnepanelen en misschien een warmtepomp was iets voor de toekomst. Maar isolatie eerst, dat is de volgorde.
3. Water besparen zonder gedoe
Ik had er nooit zo over nagedacht, maar watergebruik is ook een belangrijk thema. Inmiddels vang ik regenwater op in een regenton, vooral handig voor de tuin. Daarnaast heb ik waterbesparende kranen en douchekoppen geïnstalleerd. Kost weinig, werkt prima.
Ook probeer ik bewust te douchen – niet eindeloos blijven staan, hoe verleidelijk dat ook is.
4. Dagelijkse gewoontes maken verschil
Tot slot heb ik mijn gedrag wat aangepast. Geen lampen aan laten als ik niet in de kamer ben. Oude gloeilampen vervangen door LED (veel zuiniger, net zo gezellig licht). En ik let bij nieuwe apparaten op het energielabel – minimaal A.
Het zijn geen wereldschokkende veranderingen, maar bij elkaar opgeteld maken ze wél verschil.
Geen alles-of-nietsverhaal
Duurzaam wonen is geen alles-of-nietsverhaal. Begin met wat voor jou haalbaar is. Voor mij begon het met tochtstrips en een goede energieleverancier. Voor jou misschien met korter douchen of een regenton. Alles helpt.